Te hoge vrachtauto’s zorgen geregeld voor problemen bij tunnels in het hoofdwegennet. Rijkswaterstaat, TLN en Evofenedex willen zorgen voor meer bewustzijn over de maximale hoogtes van deze voertuigen.

De Europese richtlijn is namelijk dat vrachtauto’s niet hoger mogen zijn dan 4 meter. Met een te hoog voertuig door een tunnel rijden kan leiden tot schade aan dat object en onveilige situaties, maar ook tot vertraging voor weggebruikers en boetes voor de vervoerder in kwestie.

Als er een te hoog voertuig richting een tunnel gaat, wordt dit met sensoren gedetecteerd en krijgt de vrachtauto in kwestie een waarschuwing waardoor het nog mogelijk is de eerstvolgende afslag te nemen. Gebeurt dat echter niet, “dan verlagen we de toegestane snelheid, gaan de verkeerslichten op rood en de slagbomen voor de tunnel dicht. Niet alleen de vrachtautochauffeur zelf, maar ook alle andere weggebruikers komen stil te staan en lopen vertraging op.” Pas als de vrachtauto is weggeleid, kan het verkeer weer worden hervat.

Minder hoogtemeldingen

De tunnels met hoogtedetectie liggen in Zuid-Holland, Noord-Holland en Limburg. Bij alle tunnels komen hoogtemeldingen voor, maar meeste meldingen worden geregistreerd bij de Drechttunnel (A16), de Noordtunnel (A15) en de Velsertunnel (A22). Rijkswaterstaat wil graag het aantal meldingen terugdringen, omdat ze samenhangen met vertraging, overlast, filevorming en (economische) schade.

Daarom is nu door Rijkswaterstaat samen met Transport en Logistiek Nederland en Evofenedex besloten meer aandacht te vragen voor de maximale hoogte van voertuigen – al is er de mogelijkheid om bij de RDW een ontheffing aan te vragen en een alternatieve route toegekend te krijgen. Maar de vervoerders en chauffeurs wordt toch vooral gevraagd om voor het de weg op gaan de hoogte van de vrachtauto te voorkomen en zo problemen bij tunnels te voorkomen.

Lees ook: Afspraak Veiligheid in Aanbestedingen nieuwe stap in veiliger maken infrasector