Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat investeert volgend jaar 3,6 miljard euro in het onderhouden, vervangen en renoveren van (vaar)wegen, bruggen, spoor en het hoofdwatersysteem. IenW zegt dat dit voor de korte termijn een goede stap is, maar voor de jaren daarna zijn de tekorten aanzienlijk.

Dat blijkt uit de Rijksbegroting voor 2022. IenW spreekt zelf van “een belangrijke stap in de enorme onderhoudsoperatie van de komende jaren.” Daarmee is geen woord teveel gezegd, want eerder deze week stelde Rijkswaterstaat nog dat er structureel te weinig geld is voor de klus die wacht. Op een huidig budget van 2,3 tot 2,6 miljard euro per jaar spreekt RWS van een tekort van 1 miljard euro. Een simpele rekensom zou dan leren dat daar met een budget van 3,6 miljard in elk geval voor 2022 op is ingespeeld,

Forse tekorten na 2022

Zo simpel is het echter niet. In 2022 kan Rijkswaterstaat namelijk 2,1 miljard euro investeren in onderhoud, vervanging en renovatie van wegen, vaarwegen en kunstwerken als bruggen. ProRail krijgt 1,5 miljard voor dezelfde werkzaamheden, maar dan met betrekking tot spoor. Maar de uitdagingen houden na 2022 niet op, erkent ook IenW. “In de toekomst zijn de tekorten echter fors. Met de investeringen in 2022 kunnen de organisaties nu in elk geval de volgende stappen zetten.”

Aandacht voor dijkversterking

Naast geld voor wegen en spoor komt er ook meer aandacht voor veiligheid in reactie op de problemen met hoogwater van enige tijd geleden. De urgentie van onder meer dijkversterking is daardoor nog hoger op de agenda komen te staan en het klimaatrapport van het IPCC “onderstreept de noodzaak” van Nederland beter beschermen tegen de gevolgen van extreem weer, aldus IenW. Het ministerie “zet daarom vol in op dijkversterking en rivierverruiming.” Ook wordt verder onderzocht hoe het beste kan worden omgegaan met hevige neerslag.