Directeur HWBP: ‘Nut en noodzaak hoogwaterbescherming zelden omstreden’

Houtribdijk. Foto: HWBP
Houtribdijk. Foto: HWBP via Sylvia Lafourcade

De noodzaak om Nederland tegen hoogwater te beschermen, is in 2021 alleen maar duidelijker geworden. Volgens directeur Erik Wagener van het Hoogwaterbeschermingsprogramma is er dan ook zelden weerstand tegen dijkversterkingen en andere projecten. Maar dat neemt niet weg dat het complexe operaties zijn waarin veel belangen meespelen, vertelt Wagener in gesprek met Infrasite.

Binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) werken de 21 waterschappen samen met Rijkswaterstaat aan de versterking van 1.500 kilometer aan dijken en zo’n 500 stuwen en sluizen. Dat gebeurt gedurende dertig jaar en er is elk jaar 400 miljoen euro voor beschikbaar. Het HWBP is niet alleen een omvangrijke en kostbare operatie, maar ook een noodzakelijke waarbij veel partijen belang hebben. En een dijk loopt vaak letterlijk en figuurlijk door al die belangen heen. Toch stoten inspanningen om Nederland tegen hoogwater te beschermen nauwelijks op verzet, vertelt HWBP-directeur Erik Wagener.

Staat hoogwaterbescherming bij de gemiddelde Nederlander op de radar?

“Steeds meer, valt mij op. Vaak heb je discussies over wat zich in de openbare ruimte afspeelt. Bij hoogwaterbescherming zijn nut en noodzaak van projecten echter zelden omstreden. De waterschappen proberen bovendien iedereen zo vroeg mogelijk bij die projecten te betrekken. Dat neemt niet weg dat de inpassing een lastig verhaal kan zijn. Aan de dijken die we onder handen nemen wonen mensen. Dus ook al snappen zij het belang, toch zijn dat complexe processen. Waar we gelukkig altijd wel uitkomen met elkaar.”

Heeft het hoogwater van afgelopen zomer effect gehad op jullie werkzaamheden?

“Wat er afgelopen zomer in Limburg is gebeurd, is het soort scenario waarop we ons toekomstgerichte programma baseren. De dijken hebben het gehouden. De investeringen die in het verleden in waterveiligheid zijn gedaan, hebben dus effect gehad. Het is daar goed misgegaan, maar als de dijken het niet hadden gehouden dan had het nog veel erger kunnen zijn. Verder zagen we dat de plekken langs met name de Maas waar het spannend was, ook de locaties zijn waar we actief zijn met projecten. Wat er in Limburg is gebeurd, heeft ons bevestigd in en misschien ook wel even wakker geschud over waarover het eigenlijk gaat in het HWBP. Dus het was een belangrijke gebeurtenis waarvan we ook dingen hebben geleerd. We hoefden al zelden uit te leggen wat we doen en waarom en dat hoeft sinds afgelopen zomer al helemaal niet meer.”

Het artikel gaat verder onder de foto

Markermeerdijken. Foto: HWBP

Hoeveel geld gaat er om in het programma, en is dat genoeg om te doen wat moet gebeuren?

“Jaarlijks gaat het om bijna 400 miljoen euro. Het punt is dat we de opgave nog niet volledig kennen. Met wat we nu weten, denken we dat we tot 2050 1.500 kilometer aan dijken moeten versterken. Maar dat kan meer of minder worden naarmate we van meer dijken weten hoe ze er aan toe zijn. En prijzen ontwikkelen zich ook best snel. Vooralsnog kunnen we met die 400 miljoen euro per jaar vooruit, maar dat is wel een rekensom die om de zoveel jaar helemaal opnieuw wordt gemaakt aan de hand van de meest actuele informatie.”

Met welke belanghebbenden hebben jullie als HWBP zoal te maken?

“Dan gaat het onder meer om marktpartijen, overheden, kennisinstellingen, omwonenden, natuurorganisaties en terreinbeheerders. Dat al die belangen samenkomen, zegt wel iets over hoe complex dijkversterkingsprojecten zijn. Al die belangen voor de korte en lange termijn bij elkaar brengen, vergt de nodige stuurmanskunst. Ook qua financiering. Voor de dijkversterkingen is er een gemeenschappelijk budget. Maar voor alle bijkomende aanpassingen van de openbare ruimte, zoals het aanleggen van een weg of recreatiegebied, zijn andere geldstromen nodig. Voor de waterschappen die de kar vaak trekken zijn dat dus flinke uitdagingen.”

Hoe ervaren jullie de samenwerking met de marktpartijen die al die projecten uitvoeren?

“Het HWBP is in de basis een productie-opgave waarbij we tempo en meters maken. Maar innovatie is vanaf het begin een belangrijk element van onze aanpak geweest. En daarbij is duurzaam bouwen ook nog eens een randvoorwaarde geworden. Daarom is intensief samenwerken met de markt voor ons enorm belangrijk. Marktpartijen weten wat haalbaar en realistisch is en ze worden tegenwoordig ook veel eerder dan voorheen bij projecten betrokken. Daarbij passen we veel samenwerkingsvormen toe die innoveren beter mogelijk maken, zoals bouwteams en het twee fasen-contract. Verder hebben de brancheorganisaties van de bouwsectoren een vaste rol in het adviseren van het HWBP. De lijnen met de markt zijn dus op alle niveaus kort en dat is ook echt nodig.”

Het artikel gaat verder onder de foto

Grofzandbarriere. Foto: HWBP

Wat is een mooi voorbeeld van een innovatie die is of wordt gerealiseerd?

“Dan denk ik aan de grondzandbarrière die zijn primeur beleeft bij de versterking van de Waalbanddijk. Deze innovatie moet het verzwakken van de dijk door piping tegengaan. De hele route van idee tot toepassing is doorlopen en in de waterbouw zijn dat best complexe processen. Samen maak je een innovatie volwassen en ik ben er heel trots op hoe we dat bij de grofzandbarrière aan de Waaldijk in Gameren hebben gerealiseerd. Ik verwacht dat dit concept ook op andere plekken kan worden toegepast. Een andere veelbelovende innovatie is het gebruiken van baggerspecie uit de Eemshaven als klei in dijkversterkingen door waterschap Hunze en Aa’s. De mogelijkheden daarvoor worden nu onderzocht want er moet uiteraard aan strenge eisen worden voldaan door dat materiaal. Maar als dat echt kan, hebben we er een hele mooie toepassing van materiaal uit de directe omgeving bij.”

Wat zijn, naast de al genoemde zaken die gewoon nog niet bekend zijn, de grootste knelpunten voor het HWBP?

“De planning is echt een uitdaging. We zijn bezig aan een hele grote en taaie opgave. Door alle belangen en krachten die erop inwerken, heb je de projecten die wij moeten realiseren niet zomaar van de grond. We zijn weliswaar met de moeilijkste projecten begonnen, maar het gaat nog niet zo snel als gehoopt. We leren veel van de projecten die we nu doen en we verwachten wel dat het tempo op enig moment omhoog zal gaan. Daarnaast moeten we altijd blijven nadenken over de informatie die we hebben, zodat we ons steeds kunnen blijven aanpassen aan de veranderende omstandigheden.”

Bekijk hier een video over de grofzandbarrière.

Lees ook onze andere specials, zoals:

Erik Wagener. Foto: Kees van de Veen / HWBP

Auteur: Vincent Krabbendam

Directeur HWBP: ‘Nut en noodzaak hoogwaterbescherming zelden omstreden’ | Infrasite

Directeur HWBP: ‘Nut en noodzaak hoogwaterbescherming zelden omstreden’

Houtribdijk. Foto: HWBP
Houtribdijk. Foto: HWBP via Sylvia Lafourcade

De noodzaak om Nederland tegen hoogwater te beschermen, is in 2021 alleen maar duidelijker geworden. Volgens directeur Erik Wagener van het Hoogwaterbeschermingsprogramma is er dan ook zelden weerstand tegen dijkversterkingen en andere projecten. Maar dat neemt niet weg dat het complexe operaties zijn waarin veel belangen meespelen, vertelt Wagener in gesprek met Infrasite.

Binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) werken de 21 waterschappen samen met Rijkswaterstaat aan de versterking van 1.500 kilometer aan dijken en zo’n 500 stuwen en sluizen. Dat gebeurt gedurende dertig jaar en er is elk jaar 400 miljoen euro voor beschikbaar. Het HWBP is niet alleen een omvangrijke en kostbare operatie, maar ook een noodzakelijke waarbij veel partijen belang hebben. En een dijk loopt vaak letterlijk en figuurlijk door al die belangen heen. Toch stoten inspanningen om Nederland tegen hoogwater te beschermen nauwelijks op verzet, vertelt HWBP-directeur Erik Wagener.

Staat hoogwaterbescherming bij de gemiddelde Nederlander op de radar?

“Steeds meer, valt mij op. Vaak heb je discussies over wat zich in de openbare ruimte afspeelt. Bij hoogwaterbescherming zijn nut en noodzaak van projecten echter zelden omstreden. De waterschappen proberen bovendien iedereen zo vroeg mogelijk bij die projecten te betrekken. Dat neemt niet weg dat de inpassing een lastig verhaal kan zijn. Aan de dijken die we onder handen nemen wonen mensen. Dus ook al snappen zij het belang, toch zijn dat complexe processen. Waar we gelukkig altijd wel uitkomen met elkaar.”

Heeft het hoogwater van afgelopen zomer effect gehad op jullie werkzaamheden?

“Wat er afgelopen zomer in Limburg is gebeurd, is het soort scenario waarop we ons toekomstgerichte programma baseren. De dijken hebben het gehouden. De investeringen die in het verleden in waterveiligheid zijn gedaan, hebben dus effect gehad. Het is daar goed misgegaan, maar als de dijken het niet hadden gehouden dan had het nog veel erger kunnen zijn. Verder zagen we dat de plekken langs met name de Maas waar het spannend was, ook de locaties zijn waar we actief zijn met projecten. Wat er in Limburg is gebeurd, heeft ons bevestigd in en misschien ook wel even wakker geschud over waarover het eigenlijk gaat in het HWBP. Dus het was een belangrijke gebeurtenis waarvan we ook dingen hebben geleerd. We hoefden al zelden uit te leggen wat we doen en waarom en dat hoeft sinds afgelopen zomer al helemaal niet meer.”

Het artikel gaat verder onder de foto

Markermeerdijken. Foto: HWBP

Hoeveel geld gaat er om in het programma, en is dat genoeg om te doen wat moet gebeuren?

“Jaarlijks gaat het om bijna 400 miljoen euro. Het punt is dat we de opgave nog niet volledig kennen. Met wat we nu weten, denken we dat we tot 2050 1.500 kilometer aan dijken moeten versterken. Maar dat kan meer of minder worden naarmate we van meer dijken weten hoe ze er aan toe zijn. En prijzen ontwikkelen zich ook best snel. Vooralsnog kunnen we met die 400 miljoen euro per jaar vooruit, maar dat is wel een rekensom die om de zoveel jaar helemaal opnieuw wordt gemaakt aan de hand van de meest actuele informatie.”

Met welke belanghebbenden hebben jullie als HWBP zoal te maken?

“Dan gaat het onder meer om marktpartijen, overheden, kennisinstellingen, omwonenden, natuurorganisaties en terreinbeheerders. Dat al die belangen samenkomen, zegt wel iets over hoe complex dijkversterkingsprojecten zijn. Al die belangen voor de korte en lange termijn bij elkaar brengen, vergt de nodige stuurmanskunst. Ook qua financiering. Voor de dijkversterkingen is er een gemeenschappelijk budget. Maar voor alle bijkomende aanpassingen van de openbare ruimte, zoals het aanleggen van een weg of recreatiegebied, zijn andere geldstromen nodig. Voor de waterschappen die de kar vaak trekken zijn dat dus flinke uitdagingen.”

Hoe ervaren jullie de samenwerking met de marktpartijen die al die projecten uitvoeren?

“Het HWBP is in de basis een productie-opgave waarbij we tempo en meters maken. Maar innovatie is vanaf het begin een belangrijk element van onze aanpak geweest. En daarbij is duurzaam bouwen ook nog eens een randvoorwaarde geworden. Daarom is intensief samenwerken met de markt voor ons enorm belangrijk. Marktpartijen weten wat haalbaar en realistisch is en ze worden tegenwoordig ook veel eerder dan voorheen bij projecten betrokken. Daarbij passen we veel samenwerkingsvormen toe die innoveren beter mogelijk maken, zoals bouwteams en het twee fasen-contract. Verder hebben de brancheorganisaties van de bouwsectoren een vaste rol in het adviseren van het HWBP. De lijnen met de markt zijn dus op alle niveaus kort en dat is ook echt nodig.”

Het artikel gaat verder onder de foto

Grofzandbarriere. Foto: HWBP

Wat is een mooi voorbeeld van een innovatie die is of wordt gerealiseerd?

“Dan denk ik aan de grondzandbarrière die zijn primeur beleeft bij de versterking van de Waalbanddijk. Deze innovatie moet het verzwakken van de dijk door piping tegengaan. De hele route van idee tot toepassing is doorlopen en in de waterbouw zijn dat best complexe processen. Samen maak je een innovatie volwassen en ik ben er heel trots op hoe we dat bij de grofzandbarrière aan de Waaldijk in Gameren hebben gerealiseerd. Ik verwacht dat dit concept ook op andere plekken kan worden toegepast. Een andere veelbelovende innovatie is het gebruiken van baggerspecie uit de Eemshaven als klei in dijkversterkingen door waterschap Hunze en Aa’s. De mogelijkheden daarvoor worden nu onderzocht want er moet uiteraard aan strenge eisen worden voldaan door dat materiaal. Maar als dat echt kan, hebben we er een hele mooie toepassing van materiaal uit de directe omgeving bij.”

Wat zijn, naast de al genoemde zaken die gewoon nog niet bekend zijn, de grootste knelpunten voor het HWBP?

“De planning is echt een uitdaging. We zijn bezig aan een hele grote en taaie opgave. Door alle belangen en krachten die erop inwerken, heb je de projecten die wij moeten realiseren niet zomaar van de grond. We zijn weliswaar met de moeilijkste projecten begonnen, maar het gaat nog niet zo snel als gehoopt. We leren veel van de projecten die we nu doen en we verwachten wel dat het tempo op enig moment omhoog zal gaan. Daarnaast moeten we altijd blijven nadenken over de informatie die we hebben, zodat we ons steeds kunnen blijven aanpassen aan de veranderende omstandigheden.”

Bekijk hier een video over de grofzandbarrière.

Lees ook onze andere specials, zoals:

Erik Wagener. Foto: Kees van de Veen / HWBP

Auteur: Vincent Krabbendam