‘Maak verschil tussen Groeifonds en Deltafonds duidelijk’

Noord/Zuidlijn
Foto: ProMedia / Inge Jacobs

Het Groeifonds is niet bedoeld om gaten uit bijvoorbeeld het Deltafonds te dichten, maar het dreigt daar wel voor te worden gebruikt. Het kabinet moet daarom duidelijk maken welke investeringen in onder meer infrastructuur in aanmerking komen voor het Groeifonds en wat de verschillen met het Deltafonds zijn. Dat schrijft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in een advies aan de overheid.

Het kabinet stelde eerder dit jaar in de eerste ronde voor het Groeifonds onder voorbehoud 3,5 miljard in het vooruitzicht voor het doortrekken van van de Amsterdamse Noord/Zuidlijn en verbetering en uitbreiding van het spoor tussen Schiedam en Delft. Maar de schaalsprongprojecten waarvan dit onderdeel uitmaakt, hebben volgens de Rli een beperkte bijdrage aan het duurzaam verdienvermogen en zijn niet gericht op lange termijn. Terwijl het Groeifonds juist is bedoeld voor eenmalige publieke investeringen die bijdragen aan de structurele en duurzame economische groei.

De Rli bracht op eigen houtje een advies uit over het Groeifonds om een bijdrage te leveren aan het verder vergroten van de impact hiervan. Het document is donderdag overhandigd aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK), Economische Zaken en Klimaat (EZK), Financiën, Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

Gaten van bestaande fondsen dichten

Om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit het Groeifonds, moet een project een toevoeging zijn aan bestaande publieke investeringen. Maar het kabinet heeft volgens de Raad nagelaten dit duidelijk te definiëren. Zo verschillen de in de eerste ronde ingediende OV-projecten alleen in financiële omvang van reguliere investeringen uit het Mobiliteitsfonds. Wat het Rli betreft moet worden voorkomen dat het Groeifonds wordt gebruikt om de (financiële) gaten van bestaande fondsen zoals het Mobiliteitsfonds te dichten. Maar dat dreigt nu dus wel te gebeuren.

Lees ook: Verbreding Rijnbrug wordt 65 miljoen euro duurder en gaat mogelijk niet door

Creëer daarom duidelijkheid over het type investeringen waarvoor het Groeifonds kan worden ingezet, luidt een van de aanbevelingen aan het kabinet. Waarbij in het bijzonder duidelijk moet worden wat nu precies het verschil is met het Mobiliteitsfonds en Deltafonds. Voor die laatste twee moeten dan wel voldoende middelen worden uitgetrokken in de reguliere begroting, zodat noodzakelijke reguliere investeringen mogelijk blijven. De commissie van het Groeifonds constateerde eerder al dat de omvang en kosten van schaalsprongen op het gebied van infrastructuur de reikwijdte en het budget van dit fonds te boven gaan.

Geen visie op toekomstige economie

De opgave om duurzaam economisch verdienvermogen veilig te stellen en te verbinden met de duurzaamheidstransities is volgens de Raad zo groot dat de investeringen uit het Groeifonds echt iets zouden moeten toevoegen aan bestaande beleidsinspanningen. Ruimte om miljarden toe te kennen vanwege het ontbreken van voldoende financiële middelen in het bestaand beleid zou er dan ook niet zijn.

Lees ook: 3,6 miljard euro voor onderhoud infrastructuur in 2022, maar de tekorten zijn groot

Tot dusver formuleerde het kabinet geen visie op de economie van de toekomst waarbinnen investeringen zouden moeten passen, concludeert de Rli. Daardoor zijn in de eerste twee indieningsrondes sterk uiteenlopende voorstellen ingediend die leiden tot richtingloosheid en versnippering. Het kabinet wordt daarom gevraagd om richting te geven aan de investeringen waarbij bestaande duurzaamheidsdoelen en daaraan verbonden maatschappelijke opgave leidend zijn.

Drie OV-projecten in eerste ronde

Naar verwachting wordt begin 2022 een besluit genomen over de projecten in de tweede ronde. In de eerste ronde werd eerder dit jaar besloten tot een investering van 646 miljoen euro en een reservering van 3,5 miljard euro voor in totaal tien projecten. Ruim 2,5 miljard euro van die reserveringen betreft infrastructuurprojecten.

Voor het doortrekken van de Amsterdamse Noord/Zuidlijn naar Schiphol en Hoofddorp is 1,5 miljard euro in het vooruitzicht gesteld en voor verbetering en uitbreiding van het spoor tussen Schiedam en Delft 1 miljard. Nog eens 30 miljoen euro is gereserveerd voor het innovatieprogramma van het autonoom OV-systeem Brainportlijn Eindhoven.

Bij al deze drie projecten gaat het om de helft van de geschatte kosten. Bovendien is het een reservering, omdat het gaat om onderdelen van groter ingediende projecten. Om die reden moeten ze als zelfstandig voorstel opnieuw worden onderbouwd.

Onderwerpen:

Auteur: Dylan Metselaar

Dylan Metselaar is vaste redacteur van OVPro.nl en schrijft voor verschillende andere vakbladen van ProMedia Group, waaronder Infrasite.nl.

‘Maak verschil tussen Groeifonds en Deltafonds duidelijk’ | Infrasite

‘Maak verschil tussen Groeifonds en Deltafonds duidelijk’

Noord/Zuidlijn
Foto: ProMedia / Inge Jacobs

Het Groeifonds is niet bedoeld om gaten uit bijvoorbeeld het Deltafonds te dichten, maar het dreigt daar wel voor te worden gebruikt. Het kabinet moet daarom duidelijk maken welke investeringen in onder meer infrastructuur in aanmerking komen voor het Groeifonds en wat de verschillen met het Deltafonds zijn. Dat schrijft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in een advies aan de overheid.

Het kabinet stelde eerder dit jaar in de eerste ronde voor het Groeifonds onder voorbehoud 3,5 miljard in het vooruitzicht voor het doortrekken van van de Amsterdamse Noord/Zuidlijn en verbetering en uitbreiding van het spoor tussen Schiedam en Delft. Maar de schaalsprongprojecten waarvan dit onderdeel uitmaakt, hebben volgens de Rli een beperkte bijdrage aan het duurzaam verdienvermogen en zijn niet gericht op lange termijn. Terwijl het Groeifonds juist is bedoeld voor eenmalige publieke investeringen die bijdragen aan de structurele en duurzame economische groei.

De Rli bracht op eigen houtje een advies uit over het Groeifonds om een bijdrage te leveren aan het verder vergroten van de impact hiervan. Het document is donderdag overhandigd aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK), Economische Zaken en Klimaat (EZK), Financiën, Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

Gaten van bestaande fondsen dichten

Om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit het Groeifonds, moet een project een toevoeging zijn aan bestaande publieke investeringen. Maar het kabinet heeft volgens de Raad nagelaten dit duidelijk te definiëren. Zo verschillen de in de eerste ronde ingediende OV-projecten alleen in financiële omvang van reguliere investeringen uit het Mobiliteitsfonds. Wat het Rli betreft moet worden voorkomen dat het Groeifonds wordt gebruikt om de (financiële) gaten van bestaande fondsen zoals het Mobiliteitsfonds te dichten. Maar dat dreigt nu dus wel te gebeuren.

Lees ook: Verbreding Rijnbrug wordt 65 miljoen euro duurder en gaat mogelijk niet door

Creëer daarom duidelijkheid over het type investeringen waarvoor het Groeifonds kan worden ingezet, luidt een van de aanbevelingen aan het kabinet. Waarbij in het bijzonder duidelijk moet worden wat nu precies het verschil is met het Mobiliteitsfonds en Deltafonds. Voor die laatste twee moeten dan wel voldoende middelen worden uitgetrokken in de reguliere begroting, zodat noodzakelijke reguliere investeringen mogelijk blijven. De commissie van het Groeifonds constateerde eerder al dat de omvang en kosten van schaalsprongen op het gebied van infrastructuur de reikwijdte en het budget van dit fonds te boven gaan.

Geen visie op toekomstige economie

De opgave om duurzaam economisch verdienvermogen veilig te stellen en te verbinden met de duurzaamheidstransities is volgens de Raad zo groot dat de investeringen uit het Groeifonds echt iets zouden moeten toevoegen aan bestaande beleidsinspanningen. Ruimte om miljarden toe te kennen vanwege het ontbreken van voldoende financiële middelen in het bestaand beleid zou er dan ook niet zijn.

Lees ook: 3,6 miljard euro voor onderhoud infrastructuur in 2022, maar de tekorten zijn groot

Tot dusver formuleerde het kabinet geen visie op de economie van de toekomst waarbinnen investeringen zouden moeten passen, concludeert de Rli. Daardoor zijn in de eerste twee indieningsrondes sterk uiteenlopende voorstellen ingediend die leiden tot richtingloosheid en versnippering. Het kabinet wordt daarom gevraagd om richting te geven aan de investeringen waarbij bestaande duurzaamheidsdoelen en daaraan verbonden maatschappelijke opgave leidend zijn.

Drie OV-projecten in eerste ronde

Naar verwachting wordt begin 2022 een besluit genomen over de projecten in de tweede ronde. In de eerste ronde werd eerder dit jaar besloten tot een investering van 646 miljoen euro en een reservering van 3,5 miljard euro voor in totaal tien projecten. Ruim 2,5 miljard euro van die reserveringen betreft infrastructuurprojecten.

Voor het doortrekken van de Amsterdamse Noord/Zuidlijn naar Schiphol en Hoofddorp is 1,5 miljard euro in het vooruitzicht gesteld en voor verbetering en uitbreiding van het spoor tussen Schiedam en Delft 1 miljard. Nog eens 30 miljoen euro is gereserveerd voor het innovatieprogramma van het autonoom OV-systeem Brainportlijn Eindhoven.

Bij al deze drie projecten gaat het om de helft van de geschatte kosten. Bovendien is het een reservering, omdat het gaat om onderdelen van groter ingediende projecten. Om die reden moeten ze als zelfstandig voorstel opnieuw worden onderbouwd.

Onderwerpen:

Auteur: Dylan Metselaar

Dylan Metselaar is vaste redacteur van OVPro.nl en schrijft voor verschillende andere vakbladen van ProMedia Group, waaronder Infrasite.nl.