Ook lauw water heeft potentie voor verwarming en glastuinbouw
In de Rotterdamse haven is veel potentieel aan lage temperatuur restwarmte om onder andere de gebouwde omgeving en de glastuinbouw te verduurzamen en het aardgasverbruik te verminderen. Wel moet een aantal belangrijke knelpunten worden weggenomen. Dit blijkt uit een ‘quickscan’ studie van Royal HaskoningDHV.
Restwarmte met een temperatuur van minder dan 100 °C is moeilijk te gebruiken in de industrie en gaat nu nog vaak verloren. Uit de quickscan, die werd uitgevoerd in opdracht van Havenbedrijf Rotterdam, Invest-NL, Evides Industriewater en Shell Nederland, blijkt dat deze lage temperatuur warmte interessant kan zijn voor de verwarming van gebouwen en glastuinbouw door middel van een warmtenet.
Windparken
In de quickscan is naar twee warmtebronnen in het Rotterdamse havengebied gekeken: Het effluent (gezuiverd afvalwater) van een waterzuiveringsinstallatie (WZI) op het terrein van Shell Pernis. Dit is een bron met een hoog volume en een constante temperatuur van 20°C. Met behulp van een warmtepomp kan dit zorgen voor een constante aanvoer van warmte op voldoende temperatuur.
De tweede bron is het koelwater van de toekomstige elektrolysers voor de productie van groene waterstof op de Maasvlakte. Op de Maasvlakte komen verschillende groene waterstoffabrieken. De beschikbare restwarmte hieruit varieert omdat de elektrolysers met name draaien op de stroomproductie van de offshore windparken en die is afhankelijk van de wind.
Warmtelinq
De quickscan laat zien dat uit beide bronnen warmte in ruime mate beschikbaar is. In de studie zijn vijf warmteafzet concepten bekeken en twee in meer detail uitgewerkt: inzet in de bebouwde omgeving en inzet in kassen. Om de warmte uit het effluent doelmatig te kunnen gebruiken voor verwarming van de bebouwde omgeving moeten warmtepompen worden ingezet.
De warmte van de toekomstige electrolysers kan zonder warmtepomp direct aan de kassen in het Westland geleverd worden maar kan met behulp van warmtepompen ook worden ingevoed op Warmtelinq, het warmtenet in aanleg in de omgeving van Den Haag en Leiden. Ook wordt in het rapport gesproken van levering van de warmte in Vlaardingen en gemeenten in Voorne-Putten.
Een belangrijke drempel voor de ontwikkeling van restwarmteprojecten is dat het moeilijk is om de vraag te garanderen (het vollooprisico). Volgens de onderzoekers kan een garantiefonds voor projectontwikkelingsfase, een publiek ontwikkelbedrijf of duidelijkheid over het einde van aardgasnetten in woonwijken hier mogelijk oplossing bieden.
Het Havenbedrijf Rotterdam zal een aanvullende haalbaarheidsstudie uitvoeren voor de integrale inzet van restwarmte uit geplande duurzame bronnen in het Westelijk havengebied, zoals de productie van groene waterstof.
Het rapport: Quickscan potentie voor restwarmte Pernis Effluent en Maasvlakte Electrolyser
LEES OOK:
Overgeschoten warmte uit Rotterdam gaat ook zorgen voor warme voeten in Leiden
Groen licht voor aanleg warmteleiding Zuid-Holland