TNO en EBN: ondergrondse opslag onmisbaar in energietransitie
Ondergrondse energieopslag is cruciaal om de energietransitie voor elkaar te krijgen en de klimaatdoelen te halen. Kansen zijn er vooral voor de opslag van waterstof en hoge temperatuur-warmte. Dat schrijven TNO en Energie Beheer Nederland (EBN) in een whitepaper.
Ze stelden dat document op naar aanleiding van hun rapport over ondergrondse opslag dat naar de Tweede Kamer is verzonden. Onderzoekers van TNO en EBN evalueren in dit rapport de mogelijkheden voor ondergrondse energieopslag in Nederland in de periode 2030-2050. Ze keken daarbij naar de toekomstige ontwikkeling van de vraag en de mate waarin daar aan kan worden voldaan.
Noodzakelijke infrastructuur
De bijbehorende whitepaper hebben beide organisaties de titel ‘Ondergrondse energieopslag noodzakelijk voor toekomstig energiesysteem’ gegeven. Die toekomst betreft de klimaatdoelen om in 2050 de uitstoot van broeikasgassen met zeker 95 procent te hebben teruggedrongen ten opzichte van 1990. Daar is een overgang voor nodig naar schonere en duurzamere energie. Voor deze transitie is infrastructuur nodig en het ondergrondse deel daarvan is wat TNO en EBN betreft dus cruciaal voor het slagen van de missie.
Lees ook: Zes infraprojecten centraal in energiestrategie Rotterdam-Moerdijk
In de whitepaper worden drie hoofdvormen genoemd van energie die ondergronds zijn op te slaan: chemisch (waterstof en methaan), thermisch (water) en mechanisch (perslucht). “Deze ondergrondse technologieën bieden een veel grotere opslagcapaciteit dan bovengrondse alternatieven, zoals batterijen.” Op hoofdlijnen zijn er volgens EBN en TNO ook drie soorten ondergrondse ruimtes waarin energie is op te slaan: holle ruimtes zoals zoutcavernes, gasvelden en watervoerende geologische lagen, ofwel aquifiers.
De productie van waterstof staat nu nog in de kinderschoenen, maar vanaf 2030 zal die naar verwachting echt op gang zijn gekomen. Dan zal er ook grote vraag ontstaan naar de opslag van waterstof in zoutcavernes en gasvelden, verwachten TNO en EBN. Waterstofopslag in zoutcavernes bestaat al, maar er moet wel worden onderzocht wat de gevolgen zijn van het aanleggen van cavernes. De opslag van waterstof in gasvelden wordt als een mogelijk noodzakelijke optie gezien, maar de technische haalbaarheid staat nog niet vast.
Snelle actie en stevige regie
“Daarnaast kunnen technologieën zoals hoge temperatuur-warmteopslag in aquifers een belangrijke bijdrage leveren om warmtenetten te verduurzamen en efficiënter te maken. Voor perslucht is er geen noemenswaardige rol bij het in balans houden van het nationale energiesysteem.”
Voor de kansen die er wel zijn, is snelle actie en stevige regie volgens de auteurs van de whitepaper geboden. Na 2030 zal er vooral vraag ontstaan naar de ondergrondse opslag van waterstof en hoge temperatuur-warmte. Maar er zijn nog wel technologische belemmeringen die onderzocht en weggenomen moeten worden. Dat gaat niet vanzelf gebeuren en het zal ook veel tijd kosten, waarschuwen beide organisaties. “Snelle actie en regie zijn gewenst om de leveringszekerheid en flexibiliteit van ons toekomstige energiesysteem te kunnen garanderen.” Het gaat dan om onder meer onderzoek naar technische en economische haalbaarheid, beleidskaders en draagvlak in de maatschappij. Deze zaken moeten vóór 2030 worden opgepakt, aldus TNO en EBN.
Lees ook: