Prefabliggers: van betonpuin naar hoogwaardig hergebruik
Liggers van een betonnen viaduct worden vaak na een jaar of 50 al weggehaald en gesloopt omdat het viaduct waarin ze dienstdoen/deden wordt weggehaald. Dat terwijl ze technisch gezien wel 200 jaar meekunnen. Hergebruik ligt dus voor de hand. En is ook haalbaar, blijkt uit een artikel op de website Circulaire Viaducten van Rijkswaterstaat.
Het Rijk heeft de ambitie om de economie van Nederland in 2050 volledig circulair te laten zijn. Rijkswaterstaat wil sneller. Vanaf 2030 wil de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat volledig klimaatneutraal en circulair werken.
De ambitie om circulair te werken geldt ook voor het aanleggen, vervangen en renoveren van viaducten en bruggen. Een enorme uitdaging met een flinke urgentie en daarmee ook veel marktpotentie. Om tot een werkende en economisch verantwoorde oplossing te komen werkt Rijkswaterstaat in de Strategic Business Innovation Research (SBIR) Circulaire Viaducten samen met de markt.
Pilotfase
Een van de projecten is dat van het SBIR-consortium ‘Combinatie Liggers 2.0’. Dit laat zien dat hoogwaardig hergebruik van betonnen prefabliggers uit te slopen viaducten eenvoudig, veilig en rendabel is. Het project bevindt zich in de pilotfase, waarin het consortium een prototype van hun circulaire viaduct ontwikkelt. Gert-Jan van Eck, projectleider bij ingenieursbureau Royal HaskoningDHV en van het consortium, vertelt over het project. ‘We zorgen dat de herbruikbare oude liggers gelijkwaardig zijn aan nieuwe liggers.’
Bestaande liggers die vrijkomen bij een te slopen viaduct, kunnen herbruikbaar zijn voor een nieuw viaduct. Het SBIR-consortium ‘Combinatie Liggers 2.0’ laat zien dat dit proces eenvoudig, veilig en rendabel is. Een viaduct wordt gemiddeld na 40, 50 jaar afgebroken. De oude liggers gaan dan naar de sloop. Zonde, want de haalbaarheidsstudie toont aan dat hoogwaardig voorgespannen prefabbeton met gemak 200 jaar meegaat.
Primaire grondstoffen
Dat betekent dat dit soort liggers zelfs na 50 jaar intensief gebruik nog aan de hoogste eisen kunnen voldoen. En dat ze dus nog veilig in een nieuwe brug of viaduct geplaatst kunnen worden. Zo behoud je de functie en de waarde van de liggers en bespaar je niet alleen primaire grondstoffen, en verminder je CO₂-uitstoot en energie, en ook kosten.
Gert-Jan van Eck van Royal HaskoningDHV: ‘We hebben in het haalbaarheidsonderzoek laten zien dat het economisch en technisch haalbaar is om prefabliggers een tweede leven te geven. In het laboratorium hebben we proefmonsters uit het beton getest op restlevensduur en hun sterkte.’
Geoogst
Nu moeten we het ook echt gaan waarmaken. Dat gaan we doen met het prototype. Uit een viaduct uit de A7 in Groningen hebben we de liggers van de hoofdoverspanningen geoogst. Het is de bedoeling dat 19 daarvan in november in een nieuw project worden geplaatst. Een deel van de liggers die we over hadden, is via een bruggenbank naar een nieuwe brug in Appingedam gegaan. Dat was een mooi extra pilotproject voor ons, waarin we alvast konden testen hoe het hergebruik in de praktijk werkt. Die ervaring gebruiken we voor de toepassing in het areaal van Rijkswaterstaat.’
Milieukostenindicator
Waarom is het belangrijk om bouwmaterialen opnieuw te gebruiken? ‘Wij werken vanuit de visie dat de keuzes van vandaag bijdragen aan morgen. Daarom ontwikkelen we innovaties en oplossingen voor een duurzame toekomst. Onze projecten dragen zo bij aan een toekomstbestendige samenleving. Prefabonderdelen lenen zich goed voor hergebruik. Daarmee kunnen we zo duurzaam mogelijk omgaan met grondstoffen.
In Nederland doen we het al redelijk, want liggers worden al jaren vermalen tot betongranulaat dat we als wegfundering gebruiken. Dat is ook een vorm van hergebruik. Maar het is nog duurzamer om bestaande elementen opnieuw in hun oorspronkelijke functie te gebruiken. Dat is het doel van ons project. Met een hergebruikte prefabligger bespaar je wel 90% van de milieukostenindicator! Deze MKI vat alle milieueffecten van een project samen in één score, uitgedrukt in euro’s.’
Hoe gaat het hergebruik van de liggers in zijn werk? ‘De liggers liggen nu op een opslagplaats van projectpartner Dura Vermeer. Maar je kunt die liggers niet zomaar een-op-een overplaatsen. We halen de druklaag weg, omdat die niet meer voldoet aan de huidige normen. Hij moet tegenwoordig dikker zijn.
Als de liggers niet de juiste afmetingen hebben, korten we ze in. Ook de kruisingshoek kunnen we aanpassen aan de vereisten van het nieuwe viaduct. Zo zorgen we dat de herbruikbare liggers gelijkwaardig zijn aan nieuwe liggers. En dat we ze net zo makkelijk in het nieuwe viaduct kunnen plaatsen. Na het plaatsen wordt de nieuwe druklaag aangebracht.’
Fietsbrug
Hoe vindt vraag en aanbod van herbruikbare bouwmaterialen elkaar? ‘We streven naar één centrale plek waar potentiële projecten inzicht krijgen in welke materialen er wanneer beschikbaar komen. Daar bestaan nu diverse platforms voor, bijvoorbeeld de Bruggenbank die Royal HaskoningDHV al langer geleden is gestart, de Nationale Bruggenbank en de algemene materialenbanken van de bouwsector. We zien dat het aantal matches op de Bruggenbank de afgelopen jaren toeneemt. Dat stemt positief: steeds meer organisaties staan open voor het plaatsen van bijvoorbeeld een tweedehands fietsbrug. Vooral gemeentes en waterschappen denken al meer circulair.’
Voor welke partijen is dit project interessant? ‘Allereerst is er voor Rijkswaterstaat zelf veel winst te behalen. Binnen hun areaal is een goede match al snel gemaakt: liggers uit een oude hoofdoverspanning kun je gemakkelijk toepassen in de zijoverspanning van een nieuw viaduct. Rijkswaterstaat kan ook een belangrijke aanbieder zijn van herbruikbare materialen. Veel liggers van Rijkswaterstaat zijn geschikt voor hergebruik door provincies, gemeentes en waterschappen. Voor hen is het ook interessant om nu in te stappen. Hoewel we een ideale match nog niet kunnen garanderen, geldt wel: hoe meer partijen meedoen, hoe groter de kans is op een goede match.’
Demonteren
Hoe kunnen we hergebruik beter faciliteren? ‘Door een bouwproject te ontwerpen met de toekomst in gedachten. Nu wordt er eerst een ontwerp gemaakt en vervolgens bepaald welk materiaal ervoor nodig is. Dat kun je ook omdraaien: verwerk in het eerste ontwerp al de beschikbare herbruikbare materialen. Het allermooist is het om nieuwe viaducten zo te bouwen dat de materialen later gemakkelijk demonteerbaar zijn. Door met voegen te werken en niet alles aan elkaar vast te storten, bijvoorbeeld. Want als je bij het bouwen al nadenkt over het slopen, is het demonteren straks een stuk goedkoper.’